Spraakopdrachten
U kunt bellen en telefoonfuncties uitvoeren door spraakopdrachten uit
te spreken. Spraakopdrachten zijn taalgevoelig. Voor informatie over het
instellen van de taal, zie Taal spraakweergave in Telefoon op pagina 73.
U kunt als volgt de telefoonfuncties selecteren die u met een
spraakopdracht wilt activeren: selecteer Menu > Instellingen >
Snelkoppelingen > Spraakopdrachten en selecteer een map. Blader naar
een functie.
geeft aan dat het spraaklabel is geactiveerd. Als u het
I n s t e l l i n g e n
67
spraaklabel wilt activeren, selecteert u Toevgn. Als u de geactiveerde
spraakopdracht wilt beluisteren, selecteert u Afspelen. Zie Uitgebreide
spraakgestuurde nummerkeuze op pagina 26 voor informatie over het
gebruik van spraakopdrachten.
U kunt de spraakopdrachten beheren door naar een telefoonfunctie te
bladeren en een van de volgende opties te selecteren:
Bewerken of Verwijderen — om de spraakopdracht van de geselecteerde
functie te wijzigen of uit te schakelen.
Alles toevoegen of Alles verwijderen — om de spraakopdrachten voor
alle functies in de lijst met spraakopdrachten in of uit te schakelen.
Act. standby inschakelen — hiermee selecteert u een navigatietoets voor
de actieve stand-bymodus.